Laatst gewijzigd 13 januari 2021
https://covid19.eggbird.eu
Informatie over de coronacrisis (COVID-19) in de Nederlandse huisartspraktijk is schaars. Sinds 2 maart heeft het Fame-Net (Radboud Universitair Medisch Centrum Family Medicine Network) alle zorgcontacten met betrekking tot COVID-19 zorgvuldig geregistreerd.
FaMe-Net registreert alle consulten van arts-patiënt binnen een zorgepisode-structuur. Dit omvat diagnoses die kunnen veranderen tijdens een zorgperiode en alle contacten binnen deze zorgperiode. Alle morbiditeit wordt zorgvuldig geclassificeerd in overeenstemming met de International Classification of Primary Care (ICPC).
Het belang van deze trendgegevens is dat ze inzicht geven in het beloop van COVID-19 in de huisartsenpraktijk en het effect van overheidsmaatregelen. Deze zullen voor het eerst zichtbaar zijn bij een vermindering van COVID-19-infectiediagnoses in de huisartspraktijk. Invloed op ziekenhuisopnames en verblijf op de intensive care-afdeling zal slechts dagen tot weken later zichtbaar zijn.
Uit de cijfers blijkt dat er aanvankelijk een forse toename was van aan COVID-19 gerelateerde problemen en een snelle stijging van het aantal nieuwe gevallen. De curve is na de eerste vier weken afgevlakt. Begin september treedt er weer een duidelijke toename op die zich tot op heden voorzet. De gegevens in deze bijdrage worden vanaf 1 juni 2020 wekelijks aangevuld.
De tweede golf
Het aantal gevallen van COVID-19 in de huisartspraktijk neemt vanaf de 36e week weer meer toe vergeleken met de zomermaanden (zie figuur 7). De verhouding bewezen ten opzichte van verdacht COVID-19 patiënten is veranderd. Er is een duidelijke toename van patiënten met een bewezen COVID-19 infectie (zie figuur 6). Aanvankelijk werd In Nederland minder dan 10% van de klinisch zeer vermoedelijke gevallen getest. Dat is de laatste maanden duidelijk veranderd, ongeveer 85% is nu positief getest. Het overgrote deel van de patiënten heeft lichte tot milde klachten (grafiek 4). De smaak-en reukklachten worden niet vaak door de patiënt gemeld, wel blijkt bij navragen die klachten er wel te zijn. In meer dan 10%, de administratieve reden, meldt de patiënt dat hij/zij positief getest is.
Patiënten met een COVID-19-infectie melden diverse klachten bij de huisarts (grafiek 4). Mensen melden zich vaak in de eerste week na het ontstaan van klachten. Minder dan 15% van de patiënten heeft bij het eerste contact langer dan een week klachten. Tot op heden is ongeveer 6% van de patiënten met een suspecte of aangetoonde COVID-19-infectie doorverwezen naar de tweedelijnszorg (grafiek 5).
De huisartspraktijk kreeg in de eerste weken van de pandemie opvallend veel vragen over COVID-19. Dat is na ongeveer 4 weken duidelijk afgenomen (grafiek 2). In vergelijking met contacten voor luchtwegklachten in 2019 gaat het om een toename van 29% (grafiek 8) Ongeveer 80% van alle verzoeken over COVID-19 wordt momenteel telefonisch afgehandeld.
I
RTL-nieuws interview met Henk Schers